Spring naar inhoud

Coxiella burnetii

Coxiella burnetii​, Q-koorts

Verwekker/klinisch beeld

Coxiella burnetii, Q-koorts

Algemene informatie

Q-koorts is een zoönose. Met name kleine herkauwers zoals schapen en geiten, zijn in Nederland de primaire bron. Besmetting van de mens ontstaat door inhalatie van aerosolen. Dit kan gebeuren bij direct contact met placenta of vruchtwater of indirect contact, aangezien C. burnetii door de wind in de omgeving terecht kan komen.

Bij een primaire Q-koortsinfectie heeft ongeveer 60% van de patiënten een asymptomatisch beloop. De overige 40% krijgt verschijnselen die variëren van een milde griepachtige ziekte tot een pneumonie en/of een subklinisch verlopende hepatitis. Q-koorts is over het algemeen een zelflimiterende ziekte; er zijn echter een aantal complicaties op de lange termijn die significante gezondheidsconsequenties hebben. Na een primaire Q-koortsinfectie kunnen maanden tot jaren later symptomen van een chronische Q-koortsinfectie (1-3%) optreden, ook wanneer de primaire infectie asymptomatisch is verlopen. Bij 60-70% van de patiënten met chronische Q-koorts wordt een endocarditis gevonden. Andere uitingen van chronische Q-koorts zijn hepatitis en osteomyelitis.

Q-koorts is een meldingsplichtige ziekte (C).

Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn Q-koorts.

Diagnostiek

  • Serologie C burnetii: seroconversie begint pas vanaf de 10-14e ziektedag dus in een vroege fase is serologie niet zinvol en PCR de 1e keus.
  • PCR C burnetii: indicatie ziekteduur < 14 dagen, PCR op EDTA of stolbloed. Bij verdenking chronische Q-koorts bij patienten   met positieve Q-koorts serologie kan een PCR op weefsel verricht worden.
Serologie C burnetii
afnamemateriaal stolbloed
bewaarconditie na afname koelkast (2-8 °C)
inzetfrequentie di/do
duur onderzoek 1 dag
PCR C burnetii
afnamemateriaal EDTA bloed, stolbloed, weefsel (hartklep, aneurysma, biopten)
bewaarconditie na afname koelkast (2-8 °C)
inzetfrequentie ma/di/wo/do/vr/za
duur onderzoek 1 dag