Humaan immunodeficiëntievirus

Humaan immunodeficiëntievirus, HIV, AIDS

HIV bestaat uit 2 genotypen, HIV-1 en HIV-2, die beide AIDS en andere HIV gerelateerde ziekten kunnen veroorzaken. HIV-1 infecties komen wereldwijd het meest voor, HIV-2 leidt minder vaak tot AIDS. De periode tussen HIV-besmetting en het acuut retroviraal syndroom is meestal 2-4 weken, tussen besmetting en seroconversie (window fase) gemiddeld 2-6 weken maar in zeldzame gevallen kan dit oplopen tot meer dan 6 maanden. De periode tussen besmetting en AIDS varieert van minder dan een jaar tot meer dan 15 jaar. Door behandeling met antiretrovirale middelen kan deze progressie naar AIDS worden voorkomen.

Transmissie van HIV vindt in ieder geval plaats via bloed(producten), transplantatie-weefsel, sperma en andere genitale secreta en moedermelk. Overdracht via speeksel, traanvocht, urine en ontlasting is bij de mens niet bewezen.

Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn HIV infectie en SOAAIDS.nl

Diagnostiek

• HIV serologie > screening vindt plaats middels een combi-test op antistoffen tegen HIV-1en/of HIV-2 en het virale p24 antigeen. Bij een positieve uitslag volgt een confirmatietest middels een immunoblot. Indien de blot ook positief is zal ter bevestiging om een 2de serummonster gevraagd worden om eventuele monsterverwisseling uit te sluiten.
• HIV-1 RNA kwantitatief (viral load) > indicaties zijn het bepalen van het moment van starten en vervolgens evalueren van het effect van therapie en soms als diagnostische test bij kinderen. (zie LCI-richtlijn)  (aanvragen in ZorgDomein via afwijkende aanvraag Bloed)