Rickettsia
Vlektyfus
Verwekker/klinisch beeld
Rickettsia
Algemene informatie
Rickettsiae zijn obligaat intracellulair levende bacteriën en onder te verdelen in drie groepen op basis van genetische verwantschap:
‘Spotted fever’ groep
- R rickettsii > vector teek, Rocky moutain spotted fever (RMSF), Noord-, Midden- en Zuid-Amerika
- R conorii > vector teek, Mediterranean spotted fever, gebied rond Middellandse en Kaspische Zee, sub-Sahara Afrika en India
- R africae > vector, teek, African tick bite fever, sub-Sahara Afrika, Caribisch gebied
- R akari > vector mijt, rickettsial pox, wereldwijd
- R felis > vector vlo, flea-borne spotted fever, wereldwijd
‘Typhus' groep
- R prowazekii > vector luis, epidemische vlektyfus, wereldwijd
- R typhi > vector vlo, endemische vlektyfus (murine typhus), wereldwijd
‘Scrub typhus’ groep
- Orientia tsutsugamushi, vector mijt, scrubtyfus, Zuid-Azië, Noord-Australië
In Nederland zien we Rickettsiosen in toenemende mate bij reizigers uit de tropen met een acuut koortsend ziektebeeld.
Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn Vlektyfus
Diagnostiek
- Serologie: bij acute infecties wordt de diagnose op het klinisch beeld gesteld omdat de seroconversie pas laat (> 2 weken, soms pas na 6-8 wk) in het klinische beeld op gang komt. Om de diagnose te bevestigen is altijd een 2e serummonster, 2-4 weken later afgenomen, noodzakelijk.
- PCR: uitsluitend in overleg met arts-microbioloog.
| afnamemateriaal | stolbloed |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | 1 week |
| opmerking | klinische gegevens/ziekteverschijnselen zijn noodzakelijk voor het externe laboratorium |
| afnamemateriaal | EDTA-bloed, biopt eschar |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | 2 weken |