Tekenencefalitis
TBEV
Verwekker/klinisch beeld
TBEV, tekenencefalitis
Algemene informatie
Het tickborne-encephalitis virus (TBEV) is een arbovirus en wordt overgedragen door teken. Er kunnen 3 subtypes onderscheiden worden:
- TBEV-Eu > Europese subtype. Vector: Ixodes ricinus (common tick). Centraal-en West Europa, in 2016 werd in Nederland een eerste casus gezien. Het klinisch beeld kent een bifasisch beloop, eerst koorts en malaise en na een ziektevrije periode neurologische klachten. Dit ziektebeeld staat ook bekend als Frühsommer meningoenzephalitis (FSME).
- TBEV-FE > Far Eastern subtype. Vector Ixodes persulcatus. Rusland en het Verre Oosten. Het ziektebeeld is monofasisch en kent vaak een ernstig beloop met een hoge sterfte (tot 35%).
- TBEV-Sib > Siberische subtype. Vector Ixodes persulcatus. Het ziektebeloop is monofasisch en minder ernstig dan de TBEV-FE variant.
Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn Tekenencefalitis
Diagnostiek
- Serologie: aantonen van TBE specifiek IgM en IgG in bloed en liquor. IgM is 0-6 dg na het ontstaan van neurologische klachten (dus pas 2e fase) aantoonbaar en kan nog maanden na een doorgemaakte infectie positief blijven. Afwezigheid van antistoffen in liquor sluit een TBEV infectie niet uit. Interpretatie van uitslagen kan lastig zijn door kruisreactie met andere flavivirussen (doorgemaakte infectie, vaccinatie).
- PCR: de patiënt is alleen viremisch in de 1e fase van de ziekte, er is geen TBEV-RNA meer aantoonbaar in bloed en liquor in de 2e fase. De bruikbaarheid van de PCR in de diagnostiek is dus (voorlopig) zeer beperkt.
| afnamemateriaal | stolbloed, liquor |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | in overleg extern laboratorium |
| afnamemateriaal | stolbloed, EDTA bloed, liquor, urine |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | 2 weken |