Spring naar inhoud

FAQ - MRSA en MRSA-eradicatiebehandeling

Eradicatie is vooral van belang voor personen die werkzaam zijn in de zorg. Zolang zij drager zijn kunnen zij de MRSA-bacterie overdragen aan hun patiënten. MRSA-dragers die niet werkzaam zijn in de zorg kunnen toch baat hebben bij MRSA-eradicatie omdat daarmee de kans op MRSA-infectie vermindert en ze geen risico meer vormen voor MRSA-besmetting van andere patiënten of zorgmedewerkers.

Een eradicatiebehandeling kost moeite en doorzettingsvermogen. Daarnaast is het in veel gevallen nodig om gedurende de behandeling antibiotica per os in te nemen. Mensen die nog niet lang drager zijn van MRSA kunnen ook spontaan van hun MRSA afkomen. Een afwachtend beleid is zeker een goede optie als de MRSA-bacterie niet voor problemen zorgt en iemand zelden of nooit in contact komt met de zorg of met personen voor wie MRSA wel een last kan zijn.

Eradicatie is alleen zinvol als de blootstelling aan MRSA ophoudt. Dat is bijvoorbeeld niet het geval bij personen die besmet raken door hun werk met MRSA-positieve dieren (varkens, mestkalveren, pluimvee). Daarnaast kan iemand her-besmet worden door een huisgenoot die ook drager is. Daarom is het altijd nodig om van huisgenoten en andere nauwe contacten te weten of zij ook drager zijn alvorens een behandeling te starten. Zo nodig moeten alle dragers in een huishouden tegelijk behandeld worden.

Eradicatie is meestal pas mogelijk als een eventuele MRSA-infectie afdoende behandeld is. In sommige gevallen is eradicatie pas mogelijk als een gekoloniseerde intraveneuze lijn, urinekatheter of andere ‘foreign body’ is verwijderd.

Bij patiënten met eczeem of psoriasis vormen deze huidaandoeningen een extra uitdaging in de behandeling. Datzelfde geldt voor patiënten met CF of bronchiëctasieën bij wie de long gekoloniseerd is met MRSA. Daarom is een goede anamnese en lichamelijk onderzoek nodig voor een adequate behandeling. Bij het onderzoek moeten m.n. ook liezen, huid tussen tenen en vingers, oren en hoofdhuid nagekeken worden op eventuele laesies.

In de meeste ongecompliceerde gevallen kan de huisarts of instellingsarts, in overleg met de arts-microbioloog, zelf de behandeling uitvoeren. In sommige gevallen kan de GGD behulpzaam zijn als meerdere (contact-)personen betrokken zijn, zoals bij een uitbraak (arts infectieziektenbestrijding en GGD deskundige infectiepreventie).

In alle gevallen, maar vooral bij complicaties, kan gebruik gemaakt worden van de speciale MRSA poli's van het UMCG en Scheper Ziekenhuis (Treant groep) waar de behandeling door internist infectiologen wordt gecoördineerd.

Behalve te weten of de drager alleen of samen met een huisgenoot voor behandeling in aanmerking komt moet vastgesteld zijn op welke plekken van het lichaam de MRSA-bacterie zit. Als deze alleen in de neus zit dan kan neuscrème volstaan. Zit de MRSA ook in de keel en/of het perineum dan zijn daarnaast antibiotica nodig. Naast neus, keel en perineum moeten vooraf ook eventuele wonden of huidlaesies worden gekweekt op MRSA.

Bij elke behandeling hoort MRSA-dodende zeep voor huid/haar en neuscrème. Dat laatste ook als de neuskweek negatief was. Ervaring leert dat dit in dat geval de kans op geslaagde eradicatie verhoogt.

  • Gedurende 5 dagen wassen onder de douche (niet in bad) met Hibiscrub; op dag 1, 3 en 5 ook de haren.

Bij gevoelige huid kan deze na het wassen droog aanvoelen en mag een crème of lotion gebruikt worden. Ook een crèmespoeling voor het haar is mogelijk.

  • Gedurende 5 dagen 2x daags mupirocine (Bactrobanâ) neuszalf m.b.v. pink of wattenstaafje aanbrengen in beide neusgaten, daarna de neus even dichtknijpen om de zalf goed over het neusslijmvlies te verdelen.

In de meeste gevallen is naast bovenstaande behandeling ook antibiotica per os nodig. Daarbij worden altijd 2 soorten antibiotica tegelijk gegeven. De duur is meestal 5-7 dagen, maar kan in geval van een meebehandelde infectie langer zijn. Keuze van antibiotica, duur en dosering moet met de arts-microbioloog of internist infectioloog worden afgestemd.

Naast zeep, crème en antibiotica zijn onderstaande acties intensief en tijdrovend, maar ook essentieel voor het slagen van de behandeling.

  • MRSA komt van het lichaam ook op kleding en beddengoed. Neem daarom dagelijks na douchen schoon ondergoed en een schone handdoek.
  • Was kleding bij de start van de behandeling.
  • Verschoon beddengoed op dag 1, 3 en 5 na start van de behandeling. Maak het bed pas op met schoon beddengoed ná het douchen.
  • Draag tijdens de behandeling geen sieraden en zorg dat ringen, horloges en andere op de huid gedragen sieraden met alcohol (70%) gedesinfecteerd zijn. Dit omdat MRSA op deze voorwerpen kan zitten en hierdoor her-besmetting kan optreden.
  • Gooi na start van de behandeling de oude tandenborstel weg en neem een nieuwe.
  • Nagels kort houden om wondjes door krabben te voorkomen.
  • MRSA kan in stof overleven: Maak daarom al liefst voor de start van de behandeling de woonomgeving goed schoon.
  • MRSA kan via de handen op allerlei oppervlakken terecht komen. Daarom is het verstandig om veel aangeraakte gladde oppervlakken (bv. telefoon, deurkruk, tafelblad) te reinigen. Reinigen van grotere oppervlakken kan goed met allesreiniger.